Het was een raar gezicht, twee sportschoenen op hun kop, symmetrisch kabbelend op het water. Bij mij heeft informatie tijd nodig om te bezinken, maar ’s avonds in bed, waren ze er opeens weer. Gekleurde zolen met daarnaast veters er nonchalant naast dobberend, alsof ze er niet bij wilden horen. Ik gaf ze geen ongelijk.
Mijn gedachten dreven terug naar het journaal van die avond. Een journalist stond op een strand aan de kust van Libië en deed verslag van een vluchtelingenboot die was omgeslagen die dag. Volgens getuigen hadden er tientallen mensen ingezeten en waren er maar enkele overlevenden. Om het verhaal kracht bij te zetten kregen we beelden te zien van een aantal mannen die verkleumd en nat tegen een muurtje aanzaten. Het duurde niet lang of één van de mannen werd geïnterviewd. Geshockeerd vertelde hij hoe midden op de Middellandse Zee hun boot vol water was gelopen. Voordat ze goed en wel de ernst van de situatie doorhadden waren ze omgekiept. Terwijl hij zo aan het praten was, gleed het beeld van de camera over het water en dreven daar opeens de sportschoenen.
Ik kon mijn draai maar niet vinden onder mijn comfortabele dekbed. Wat maakte mij nu zo onrustig? Natuurlijk, het was een afschuwelijk verhaal, maar had het hele journaal niet bol van ellende gezeten? Wat was het met die schoenen? Toen schoot me iets te binnen. Ooit heb ik een lied gezongen over de vuurwerkramp in Enschede. Mijn broer had deze geschreven voor een herdenkingsdienst en had zinnen, die op het journaal waren gezegd door de overlevenden, verwerkt in zijn tekst. Deze zijn mij altijd bijgebleven.
‘Een open deur,
die niemand kent,
maar sommige deuren
horen dicht.’
Door de explosie waren de huizen zo dusdanig verwoest dat deuren uit de voegen waren getrokken. Waar je de dag daarvoor nog had moeten aanbellen, kon je de dag daarop, als kijker van het achtuurjournaal, zo de verwoeste gang inkijken waar de fotolijstjes nog aan de muur hingen. Een gevoel van schaamte, is wat ik me nog herinner. Alsof ik met mijn neus tegen het raam naar binnen zat te koekeloeren bij onbekende mensen die, nu het noodlot hen had getroffen, niet meer in staat waren om hun grenzen aan te geven.
Zo was het dus ook met die schoenen, die drijvende sportschoenen. Ze behoorden toe aan een onbekende, die een moedige, onvoorstelbare keuze had gemaakt en wiens dromen nu op de bodem van de zee lagen. Wij waren er niet geweest toen diegene ze had aangetrokken, hadden daar niet gestaan om hem of haar aan te moedigen en hoorden daar evenmin te zijn nu de schoenen daar zo eenzaam dreven.
Dit verhaal is gebaseerd op dit nieuwsbericht: NOS nieuwsbericht en is gepubliceerd in de verhalenbundel Het Strand






