Welke stad of dorp je nu ook binnenrijdt, je kunt ze niet missen. De verkiezingsposters op grijze aluminium platen. Een verscheidenheid aan gezichten kijken je lachend aan met prachtige leuzen en beloftes die jou, kiezer, over de streep moeten halen. Eerlijk gezegd ben ik er nog niet over uit. Hoe meer ik me verdiep in de programma’s van de politieke partijen hoe meer ik in de war raak.
Vroeger was het toch allemaal simpeler. Ik herinner me nog de grote verkiezingsposter op het slaapkamerraam van mijn broertje en mij. Door het grote formaat kon de hele straat zien waar we op stemden en hoefden we voor een tijdje geen gordijnen te gebruiken. Het was geen geheim waar je voor stond en bij welke groep je hoorde. Collectief vond je ergens iets van en collectief stemde je erop. Lekker duidelijk.
Er waren discussies aan de keukentafel, maar die beperkten zich tot behapbare onderwerpen als winkeltijden op zondag of de 36-urige werkweek. Over de zwaardere onderwerpen waren we het met elkaar eens of lieten we over aan mensen die er verstand van hadden.
Dat is nu wel anders. Hoewel ik niet op mijn mondje gevallen ben, ben ik in discussies vaak al snel de kluts kwijt. Het lijkt wel of ik overal iets van moet vinden. Maar dat niet alleen, ook de media helpen niet echt mee. Ik doe echt mijn best. Kijk op gezette tijden het journaal, lees de krant en ook op social media pik ik het een en ander op, maar door de hoeveelheid aan informatie heb ik de meeste tijd geen flauw benul wat er precies gezegd wordt.
Nu leek ik vorige week de oplossing te hebben: De Stemwijzer.
Over slechts dertig stellingen hoefde ik mij te buigen en dan zou ik weten waar ik sta in politiek Nederland. Dus op maandagochtend ging ik er even goed voor zitten. De kids de deur uit, kopje koffie, laptop open en beginnen maar.
De eerste vraag.
Wat ik ervan vind of de veestapel gehalveerd moet worden. Geen idee… Volgende vraag dan maar. Een vraag over accijns. Moeten deze verlaagd worden? De zweetdruppels stonden op mijn voorhoofd en ik had nog 28 stellingen te gaan. Wat mijn mening was over CO2-opslag onder de grond. Of ik vind dat er twee procent van ons Bruto Nationaal Product naar Defensie moet. Ik worstelde mij door de vragen heen en toen uiteindelijk de uitslag voor mijn neus verscheen, was er niets in mij die op deze partij wilde stemmen.
Ik zie me zelf graag als een vrouw die goed haar mening kan verwoorden, maar deze stemwijzer had mij gereduceerd tot een onmondig kind, die eigenlijk niet eens zou mogen stemmen. Ik vond de vragen echt ver boven mijn pet gaan en eerlijk gezegd irrelevant als het gaat om wat ik belangrijk vind in een politieke partij.
Je wilt als kiezer toch gewoon een partij die betrouwbaar is, die duidelijk is in haar standpunten en er geen doekjes omwindt?
Een partij die specialisten in dienst heeft die zich verdiepen in ingewikkelde zaken als de veestapel of CO2-opslag.
Misschien ben ik naïef, maar iets in mij wil weer terug naar de tijd dat je vol trots de verkiezingsposter aan het raam hing. Waar het leven nog zwart-wit was en we een levend vertrouwen hadden in het collectief.
Ik weet waar ik op ga stemmen.




