Wie denkt dat er niets te beleven valt in Friesland, wil ik graag uit de droom helpen. Want waar liepen wij gisteren met een huppelend jongetje voor ons? In een heuse dierentuin. We waren een paar daagjes met zijn drietjes er tussenuit en eerlijk gezegd gebeurt dit maar zelden. Nu hebben we maar weinig nodig om ons gelukkig te maken. Dat blijkt wel uit het feit dat we ons al dagen vermaakten in een ieniemienie dorpje genaamd Wirdum.
Het huis van onze vrienden had een oppas nodig en wij waren gelijk bereid geweest om deze zware taak op ons te nemen. Nu zaten er bij het huis allemaal leuke dingen die we thuis niet hebben, dus vervelen zat er niet bij, toch mocht een trip naar de dierentuin niet ontbreken.
We hoefden er niet ver voor te rijden. Het park lag verscholen achter Leeuwarden, dicht bij mijn geboortedorp Hurdegaryp. Marc zat achter in de auto gezellig te kletsen en het feit dat Marcel goedkope kaartjes had gescoord maakte de voorpret helemaal compleet. Toch zat iets mij niet lekker en ik wist precies wat het was.
Want had ik in het verleden niet gezworen om nooit meer een stap in een dierentuin te zetten? Na onze laatste confrontatie met zwaar depressieve dieren in een wildlife park in Jakarta had ik aan de kinderen moeten beloven ze dit nooit meer aan te doen. Naast dat ze het heel zielig hadden gevonden voor de dieren, had onze Noekie er ook nog een traumatische ervaring met een aap aan overgehouden. De dier in kwestie had ontdekt hoe leuk het was om bezoekers een hand te geven, dus deze had bij elke voorbijganger uitnodigend zijn hand tussen de tralies gestoken. Anoek had dit niet kunnen weerstaan, maar toen onze dappere meid haar hand in die van de chimpansee legde, bleek deze niet meer los te willen laten. Het leek een eeuwigheid te duren voordat het enge dier besloot Noekies hand de vrijheid terug te geven. Dus logisch dat er op die dag een afkeer was ontstaan voor alles wat maar riekt naar een dierentuin.
Waarom ik dit was vergeten weet ik niet, maar ik had niet veel nodig om alles weer helder voor de geest te krijgen. Niet dat het aan het park lag. Het zag er allemaal prachtig uit. Dat de zon scheen en mensen uitgelaten rondliepen, hielp daarbij. Maar wat is het met deze soort omgevingen dat ik na een uur kuieren een enorme loomheid over me heen voel komen? Alles in mij snakte naar een cappuccino met een dikke koek er bij. Helaas was dit niet het geval bij Marc, want die liep nog steeds huppelend voor ons uit met een plattegrond in de hand.
Wat hadden we al niet allemaal gezien? Roze flamingo’s, die toch wel heel erg verdwaald leken, zo in het Friese landschap. We hadden bevers van dichtbij bekeken, die omringd werden met bomen waar ze niet aan mochten knagen, getuige de grote ijzeren hekken die om de stammen stonden. Ook waren we enigszins geschokt geweest door de tapir die een gekke kruising leek te zijn van een miereneter en een ezel. Het dier had iets tussen zijn poten hangen wat tot de grond kwam, maar zeker geen vijfde poot was. Brrr, ik had genoeg van dit park.
Wie wil er wat drinken?, vroeg ik enthousiast. Maar er kwam geen antwoord. Mijn mannen hingen elkaar om de hals van lachen om die tapir en konden nu niet wachten om de ijsbeer te zien.
Een ijsbeer? Was er serieus een ijsbeer in dit park? Mijn nieuwsgierigheid was nu ook gewekt en het kopje koffie moest maar even wachten. Na nog een uur te hebben rondgedoold, vonden we het betreffende dier in een uithoek. Het was eerlijk gezegd nog een wonder dat we er niet gewoon aan voorbij waren gelopen, want dit enorm kolossale dier, dat je zult verwachten op de ijskap van de Noordpool, lag lusteloos op zijn buik. Met zijn knieën onder zich opgetrokken lag hij met zijn witte achterste pontificaal naar ons toe. Zijn neus richting de Noordpool… Zelfs Marc zijn mondje was stil gevallen.
Even later zaten we dan eindelijk aan een plastic tafeltje aan het bijkomen van alle indrukken. Toch smaakte het kopje cappuccino me niet zo lekker als verwacht en dit kwam niet alleen door het absurde bedrag van vier euro dat we er voor betaald hadden. Een dierentuin gaat je niet in de koude kleren zitten.
Morgen maken we gewoon een ommetje door de landschappen van Wirdum. Ook koeien, schapen en herten zijn het bewonderen waard.




