‘Maar Mintje, je wilde helemaal geen pop in de tuin!’ Ik heb Mem aan de telefoon terwijl Marcel bezig is met het opblazen van de gigapop voor in de tuin. Terwijl ik mijn moeder gerust stel dat ik het eigenlijk best wel leuk vind, bekijk ik de pop van dichtbij. Opgelucht dat er is gekozen voor een “fatsoenlijke” oma met rollator, maar onder de indruk hoe gigantisch geval het is. Het klopt wel dat ik jarenlang verkondigde dat ik in mijn tuin geen polonaise wilde als het zover was. Maar op een of andere manier veranderde er iets in het afgelopen jaar. Waarom niet gewoon omarmen dat ik 50 word?

Dit hoefde Marcel niet twee keer gezegd worden en zo was hij in alle vroegte bezig om de vier meter hoge oude van dagen op te pompen. Ik blijf mezelf verbazen. Waarom is opeens die weerstand verdwenen voor het ouder worden? Jarenlang leken de jaren mij in te halen, terwijl ik er nog niet aan toe was. Bij elke mijlpaal lukte het me maar niet om het luchtig te vieren. Diep van binnen zat er die angst voor ouderdom, die wortel leek te hebben geschoten tijdens mijn eerste stage op de HBO-V. Tot dan toe was ik me er niet van bewust geweest, maar eigenlijk had ik weinig oude mensen om mij heen gehad. Mijn pakes en beppes waren al overleden toen ik geboren werd en behalve de boze buurman die onze voetbal leeg prikte, had ik geen concrete herinneringen aan mensen op leeftijd.

Dus toen ik op mijn stage geconfronteerd werd met tientallen oude demente mensen die hun tijd uitzaten, wist ik niet wat ik zag. De eerste paar dagen wilde mijn hart er niet aan. Leken de bewoners in elkaar op te gaan als een grote brij hulpbehoevenden in een rolstoel. Maar toen de dagen over gingen in weken en ik langzamerhand mijn plekje begon te vinden, begonnen de mensen een gezicht te krijgen. De schreeuwende meneer op de gang werd meneer Jansen die vroeger een eigen timmerbedrijf had. De mevrouw die pap gevoerd moest worden, veranderde in de directrice van een verzorgingstehuis. En dat kleine zielige vogeltje dat heen en weer wiegde met haar pop, werd mw Mulder die in haar eentje acht kinderen had grootgebracht. Met mijn twintigjarig brein kon ik niet bevatten hoe al deze betekenisvolle levens nu ten einde liepen in dit huis. Achtergelaten, vergeten, overbodig.
De zinloosheid schreeuwde mij recht in het gezicht.

Inmiddels ben ik dertig jaar verder en heeft er blijkbaar tussendoor een verandering plaatsgevonden. De schreeuwende stem is tot bedaren gebracht en hoogstens nog als een piep in mijn oor die af en toe nog even opduikt. De angst heeft plaatsgemaakt voor een onbevangenheid voor wat het leven kan brengen. Wat ik als twintigjarige niet kon zien, zie ik nu helderder dan ooit. Ik heb kinderen gekregen en geliefden moeten loslaten. Heb nieuwe mensen ontmoet en afscheid genomen. Soms lachte het leven me toe en soms leek het mij in de steek te laten.

Toch realiseer ik mij dat elk moment mij bracht waar ik vandaag ben. Dus omarm ik die gekke pop vandaag in mijn voortuin en daarmee het bijzondere feit dat ik al 50 jaar mag rondlopen op deze wonderlijke wereld.

Op naar de komende vijftig jaar. Waar dit mij ook brengen zal.

Nu voor 15,00

Trending