Als je vorige week maandagochtend rond twaalf uur langs ons huis was gefietst, dan had je een hysterische vrouw kunnen zien bonken op de ramen. Waarom ze zich zo liet gaan? Het antwoord is veel saaier dan je denkt.

De dag was begonnen zonder een vuiltje aan de lucht. Op tijd uit bed, ontbijt aan tafel en de jongste keurig op school afgeleverd. Als een goede huisvrouw boven en beneden een goede beurt gegeven en daarna een rondje Schilligepad gedaan. Fluitend liep ik terug naar huis. Wat zou ik voor lunch klaar gaan maken? Diep in gedachten liep ik achterom, om door de achterdeur naar binnen te gaan. Maar toen ik de klink naar beneden deed, zat er geen beweging in de deur. Iemand had de klem er op gedaan en ik wist wie. Even dacht ik dat mijn zoon een grap met me uithaalde, maar zag door het achterraam dat er niemand in de kamer zat. Hem bellen dan? Niemand nam op en ik had een zwaar vermoeden waar hij was. Op zijn slaapkamer met zijn geluiddichte koptelefoon. De wereld zou kunnen vergaan, zonder dat meneer het zou opmerken. Ondertussen begon mijn maag te rommelen en dat maakte het er niet beter op.

Paniek nam het over en ik ben er niet trots op wat er daarna gebeurde. Keihard begon ik aan de deur te rammelen, terwijl ik luidkeels zijn naam begon te schreeuwen. Nog steeds geen reactie. Ik rende naar het voorraam en hoopte tegen beter weten in dat hij in de voorkamer zou zitten. Maar die was leger dan leeg. Het bonken en schreeuwen begon opnieuw. Het gekke was, dat ik wist dat ik me als een malloot gedroeg in onze doodstille straat en dat het niet lang zou duren voordat ik zou worden opgemerkt. Maar iets was groter dan mezelf. 

Gelukkig kwam er na een aantal minuten een moment van bezinning. Misschien lag er wel een sleutel in de schuur? Maar toen ik daar een stap naar binnen zette, zonk de moed mij in de schoenen. Oh, hoe heerlijk moet het zijn om een geordende man getrouwd te zijn, want natuurlijk hing er nergens een sleutel aan een haakje. Wel staarde een berg chaos mij aan, wat mijn humeur geen goed deed. Trouwens, die sleutel had mij niet eens geholpen, bedacht ik mij later, want ook de voordeur zat nog op de klem. 

Paniek wilde het weer van me overnemen, maar de telefoon stak daar een stokje voor. Zoonlief had gezien dat ik gebeld had en vroeg zich af waar ik was. In een paar passen was ik bij de schuldige en twee trouwe hondenogen keken mij aan. ‘Oh sorry Mam, had ik de klem erop gedaan?’ Om eraan toe te voegen: ‘Wat zie je eruit?’ Ik hoefde niet in de spiegel te kijken om te weten wat hij bedoelde. 

Hysterisch had ik mij gedragen en zo zag ik er vast ook uit.

Wat een dag!

Nu voor 15,00

Trending