Nog nagenietend van het verhaal van net liepen we met zijn allen in strakke badkleding het zwembad in. Met onze badmuts op leken we wel op een familie die een poging ging wagen voor een gouden medaille op de Olympische Spelen. Maar het contrast kon niet groter zijn. Het jolige gevoel met waar we naar binnen waren gelopen was al snel verdwenen toen we zagen hoe vol het zwembad was met mensen die net zo uitgedost waren als wij.
Ik weet dat we niet bekendstaan om onze originaliteit, maar dit sloeg wel alles. Het zwembad was ingedeeld in een kinderbad en een diep bad, waar tot vreugde van de grote kinderen een glijbaan stond. Het is niet moeilijk te raden wie verrukt met de oudsten op weg gingen naar de glijbaan. Mijn zus en ik gingen met de kleintjes onder onze arm op zoek naar een plekje in het peuterbad. Na wat porren en sjorren tussen mensen die we na vandaag nooit meer zouden zien, maar die op dat moment wel erg intiem dicht bij kwamen, lagen we heerlijk te dobberen. We kletsten wat, wat nog niet meeviel tussen de kakofonie van honderden andere stemmen. Genoten volop van de kleintjes die er enig uitzagen met hun badmutsjes en voordat we het wisten was er een uurtje voorbij. Het leven was zo gek nog niet.
‘Mag ik ook zulke flippers die papa aan heeft?’ Mijn oudste zoon had ons warempel kunnen vinden tussen al die badmutsen. Even dacht ik dat ik hem niet goed had verstaan in de drukte. Papa en flippers? Inmiddels was ik jaren samen met Marcel en zou niets me meer moeten verrassen, toch had ik deze niet zien aankomen. Verbaasd keek ik mijn eerstgeborene aan. Deze wees enthousiast naar een meneer met badmuts, een te kleine zwembroek, knalgele zwembril op en idem dito kleur flippers. Ik knipperde even met mijn ogen. Nee, dit was toch niet … Maar toen de kikvorsman enthousiast naar mij begon te zwaaien, was er geen twijfel over mogelijk. Tot overmaat van ramp had mijn zus hem inmiddels ook opgemerkt. Ze wist even niets te zeggen, wat niet vaak gebeurd.
Als ik toen had gedacht dat dit het ergste was wat me kon overkomen die dag, dan had ik het mis. Mijn geliefde echtgenoot, die totaal niet bewust was van zijn idiote outfit, vond dat hij nog niet genoeg aandacht had gehad en besloot met flippers en al de glijbaan op te lopen. Al gauw snapte ik waarom, want bovenaan stond een huilend meisje dat verdacht veel leek op mijn oudste dochter. Marcel had nog maar een paar treden genomen toen er iets gebeurde waar mijn hart van stil stond. Een krakend geluid kwam ergens uit een speaker en een luide stem begon in het rap Frans te praten. Je hoefde de plaatselijke taal niet te kennen om te weten dat diegene woest was. Iedereen in het zwembad was onder de indruk, behalve één. Die was nog steeds onderweg om zijn dochter te redden. Hoe vaak hebben we het later wel niet terug verteld? Zelfs zo vaak dat de kinderen die toen nog niet geboren waren denken dat ze er bij zijn geweest.
Op afstand zagen we hoe een badmeester rende naar de glijbaan en naar Marcel gebaarde om naar beneden te komen. Vol woede wees hij naar het grote plakkaat op de muur waar een afbeelding op stond van de glijbaan met daarnaast levensgrote flippers met het inmiddels bekende rode kruis erdoor. Marcel, die geenszins van plan was om zijn dochter in de steek te laten, had zich inmiddels omgedraaid en stond vanuit grote hoogte als een oelewapper gebaren te maken. Met grote ogen en open mond keek het zwemmend publiek toe. De badmeester was niet onder de indruk en maakte opnieuw zijn punt. Ondertussen had mijn zus, die alles op haar kalme manier had gadegeslagen, haar stem teruggevonden en zei toen: ‘Dit is wat we in de psychiatrie de schaamte voorbij noemen.’
Hoe het is afgelopen? Onze dochter besloot eieren voor haar geld te kiezen en roetste naar beneden. Marcel moest zijn verlies erkennen en droop af als een held op flippers. Of hij zijn lesje geleerd heeft? Dat betwijfel ik als ik bedenk wat voor malle fratsen hij in de jaren daarna nog heeft uitgehaald. Maar hij zal tot in lengte van dagen dit verhaal moeten aanhoren, dat met de tijd steeds leuker is geworden. Wat dat betreft, lijk ik op mijn vader, die van mening was dat een mooi verhaal niet om een klein leugentje onverteld mag blijven.




